De Boer
naam: "Wapen van Luik" ca. 1600 (Mosmans nr.535)
Redengevende omschrijving: Huis met pompeuze gevel met weelderige versieringen in hardsteen in de. trant van de Antwerpse neo-barok. Omstreeks 1880. Oude achtergevel met schilddaken en oude tuinmuur langs Uilenburg met poort waarop brug aangesloten moet hebben. | 1 |
plafonds. Het is onbekend in hoeverre deze zijn voorzien van middeleeuwse balklagen. De ruimten op de verdieping zijn eveneens gemoderniseerd en voorzien van verlaagde plafonds, waardoor geen informatie bekend is over eventuele oude (zolder-)balklagen. Tussen begane grond en verdieping bevindt zich t.p.v. de linker achtervleugel achter de voorbouw een Engelse trap (ca. 1880) , op de verdieping nog voorzien van een ballustrade met gedraaide houten ballusters. De kapconstructies dateren uit ca. 1880. De rechter achtervleugel en een deel van de linkerachtervleugel hebben schilddaken, aangekapt tegen het zadeldak van de voorbouw, de constructie bestaande uit gordingen op dekbalkjukken met kreupele stijlen, waarop schaarpanten met nokstijlen en schoren, zonder langsverband. De voorbouw heeft tot in de nok doorlopende gordingenkap op schaarspanten met kreupele stijlen, tussenbalk met nokstijl en schoren. Deze jukken zijn ter verstijving naderhand voorzien van extra dubbele balken. Het schilddakje op het achterste deel van de linker achtervleugel kon niet worden onderzocht. De daken hebben gesmoorde kruispannen. De achtergevels zijn gebosseerde gepleisterde lijstgevels met op de begane grond 8-ruits schuifvensters en een tweetal dubbele deuren, op de verdieping 8-ruits schuifvensters (aangebracht 1975) . De goten hebben houten boeiborden. De fraaie vijf vensterassen brede voorgevel is in schoon metselwerk opgetrokken met overvloedig gebruik van hardstenen ornamenten: plint, raam- en deuromlijstingen, hoekpilasters en pilasters ten weerszijden van het middelste travee, cordonlijst op verdieping, ornamenten van kroonlijst. Getoogde schuifvensters. In het middentravee een dubbele paneeldeur met rondgesloten bovenlicht, op de verdiepïng een balkon met smeedijzeren hek, dubbele deuren met getoogd bovenlicht. SamenvattingBreed pand, in basisopzet middeleeuws (bouwmuren, houten balklagen -al dan niet volledig, kelders?) , bestaande uit een brede voorbouw en twee haaks daarop staande achtervleugels, aan linkerzijde een op de begane grond bebouwd binnenplaatsje. In ca. 1880 verbouWd (voorgevel, binnenplaatsje, kapconstructies) . Hersteld 1975. Modern interieur m.u.v. trap, betimmeringen t.pv. voorgevel, restant middeleeuws houtskelet in voorbouw. Het gebouw verkeert in een goede bouwtechnische staat. | 2 |
| 44 |
Achter de omstreeks 1880 gebouwde, pompeuze gevel in neo-barokstijl (een type dat veel in Belgische steden zoals Antwerpen voorkomt) gaat een breed middeleeuws pand schuil. Het bestaat uit een brede voorbouw evenwijdig aan de straat en twee smallere vleugels naast elkaar (die wellicht ooit twee buurpanden waren). In de smallere vleugels en in de brede voorbouw zijn middeleeuwse houtskeletconstructies aangetroffen, die wijzen op een datering vóór 1500. Bij een recente verbouwing is het pand gesplitst in twee appartementen. De kapconstructies dateren uit de tijd van een grote verbouwing omstreeks 1880. | 14 |
Huis met pompeuze gevel met weelderige versieringen in hardsteen in de trant van de Antwerpse neo-barok. Omstreeks 1880. Oude achtergevel met schilddaken en oude tuinmuur langs Uilenburg met poort waarop brug aangesloten moet hebben. |
N° 44 Ook dit huis behoorde eens aan een Heer van Boxtel. Heer Jan van Hoirne, ridder, heer tot Bucstel, Baussignye
| 237 |
ende vrouwe Adriane zyne wettige gesellinne 1) verkochten 7 Mei 1511 (Reg. n° 105 f. 494) dit huis, - dat alstoen omschreven werd als: huys, hoff ende achterhuys mit eender houter bruggen over d'water staende, met oic eenen uuytganck, coemende achter opten Ulemborch uuyt, staande in de Postelstraat tusschen het huis van genoemden Heer en Vrouwe van Boxtel ex uno en dat van Jenneken weduwe van Marcelijs Henrickszn 2) ex alio, - aan Lambrecht van den Kerckhoff Henrickszn; deze had van zijne vrouw Johanna Bolcx Otto's dochter onder anderen eene dochter Aleid van den Kerckhoff, die het ten huwelijk bracht aan haren man Dirck 3), den zoon van den op blz. 227 genoemden Dirck Aerdszn en wien zij twee zonen schonk: Lambert en Dirck 4), over wie in Register n° 204 f. 384 eene Bossche Schepenakte voorkomt van den volgenden inhoud:
Lambert en Dirck, zonen van Dirck, den zoon van wijlen Dirck Arndszn, verleenen aan het Groot Zieken Gasthuis te den Bosch eene grondrente van 35 caroli guldens uit: huys, erve, hoff ende achterhuys, den voorn. Lambert toebehoorend, staande te den Bosch in de Postelstraat tusschen het huis van wijlen Aelbert van Deventer ex uno en dat van den Heer van Petershem, Ricald van Merode, ex alio, en uit land onder Maren, toebehoorende genoemden Dirck, waarna Goyard Corneliszn, meester en rector van gezegd Gasthuis, met consent van Henrick van Eyndhouts, provisor van hetzelve, verklaart „dat hy van nu voortaen ten euwighen daeghen by eenen eerlycken priester zall doen doen een weeckmisse voer den altaere, staende in
| 238 |
een choorken bijnnen der kercke van St. Jan Evangelist ontrent der vunte, alwaer Aleyt, des Margrietken ende Agneeskene sustere, dochteren des voirs wylen Dirck Arndszn, begraven leeght; item daerenboven, dat die voirs. meester van den Grooten Gasthuys, nu zijnde ende naemaels wesende, alle jaer opten tweeden Korsdach zall roepen ten maeltijt, te wetene des middaechs, den voirs. priester, die de misse doen zall, den executeuren 5) van den testamente ende vijff off ses persoonen van de naeste vrienden van den voirs. Margrietkene ende Agneeskene, schenckende derselver de maeltijt nae zijnder discretien met eenenygelycken van hen eenen pot wijns, opte maeltijt te verdrincken ofte min soo veele den executeuren ende vrienden believen zall; item daerenboven, dat hy die crancken, daer zijnde, nyemanden uuytgescheyden, zall administreren ende geven gebraet, suycker, wijn ende schoonbroot nae uuytwysen van den testamente saliger heer ende mr. Josephs Valckenborch, cappellaen in der tijt desselve Grooten Gasthuys, zonder arch oft list; item daerenboven, dat die voirs. meester, nu zijnde oft naemaels wesende, oock gehouden ende verbonden zall wesen al tijt, alst van noode wesen zall, de naeste vrienden van den voirs. Margrietkene ende Agneeskene te doene vry ende vranck opt Gasthuys cost een camere omme by den naesten vrienden daerinne te doene eenighe van hueren booden oft kijnderen, van eenigher hander sieckte tzy peste oft andere humoere syeck zijnde, behoudens den Gasthuys van den crancken, aldaer stervende, zyne gerechticheyt. 20 Febr. 1560.
Van genoemde beide zonen erfde dit huis Lambert, genoemd Lambert Aertssen; hij huwde met Gertruyt Sterck, dochter van mr. Jan Sterck, welke hem deze kinderen schonk: Dierck en Lambrecht Aertssen; laatst genoemde Dierck, alsmede Mathijs van den Ancker in diens hoedanigheid van curator over de onmondige kinderen van laatstgenoemden Lambrecht verkochten 16 Mei 1603 dit huis, dat toen omschreven werd als:
| 239 |
een huysinge, erve, hoff ende achterhuys, met eener brugge over de water ende eenen uuytganck, comende opten Ulenborch, gestaen ende gelegen in de Postelstraet tussen erffenisse eertijts Jenneke weduwe Marcelis Henricxszn, daernae Heer Henrick Bloyman, Heere tot Helvoirt, nu zyne kijnderen, d'een syde ende tussen erffenisse eertijts des Heeren van Bucstel, daernae des Heeren van Oirscot, nu Margriet weduwe Ghijsbert Jan Willemszoon, d'ander syde, aan mr Peter van Broeckhoven, hiervoren op blz. 235 reeds genoemd, wiens echtgenoote was, zooals wij op blz. 236 reeds zagen, Lucia van Hohensteyn, vrouwe van Arendonck en Sentsich; deze en de kinderen van haar en haren genoemden man, zijnde: Johan Martijn van Broeckhoven, heer van Arendonck, Maria Anna van Broeckhoven, echtgenoote van Johan van Tellin, heer van Martigneul en Catharina van Broeckhoven, echtgenoote van Jor Willem Berwouts, kapitein in Spaanschen dienst, verkochten, nadat hij daarin was komen te overlijden, den 16 October 1631 dit huis aan Henrick, zoon van Aert Henrickszoon van Zutphen, koopman te den Bosch. Van dezen erfde, althans kwam ten slotte door erfenis dit huis aan Margaretha van Zutphen, dochter van Daniel en Engela Glymmert; zij bracht het ten huwelijk aan haren man Melchior Donckers (of Doncquers). 6) | 240 |
Hij had van zijne genoemde vrouw twee dochters: Adriana Elisabeth Donckers, geestelijke dochter te den Bosch en Maria Angelina Donckers, die huwde met mr. Victor van Beughem, hiervoren op blz. 207 reeds genoemd, eerst advocaat te den Bosch, later ordinaris-gecommitteerde der Staten van Brabant te den Haag; zij erfden met haar beiden een vierde in dit huis, (dat in 1708 verhuurd werd aan Johanna van Beresteyn douairière van Johan van Goor, luitenant-kolonel in Staatschen dienst), van haren oom mr. Elias Donckers, waaruit is op te maken, dat haar vader dit huis aan hem verkocht had; de overige parten in dat huis erfden van dezen:
Melchior van Susteren, heer van 's Gravenwezel, woon-
| 241 |
achtig te Amsterdam (zijne vrouw was Maria Constantia Barbou); zijne zuster Adriana van Susteren, geestelijke dochter te Amsterdam; hun broeder Henricus Josephus van Susteren, vicaris van het Aartsbisdom te Mechelen, allen kinderen van Gijsbert van Susteren en Helena Donckers, dochter van Joan Baptist en Adriana van Horenbeeck, ook voor een vierde; Judocus Calendries, licentiaat in de rechten en oud-griffier van Dendermonde, als gehuwd met Agnes Donckers, dochter alsvoren, ook voor een vierde; Hendrick Musch 7), heer van Milheeze, als gehuwd met Maria Agnes Zyberts, eerder weduwe van mr. Adrianus van Straelen, advocaat te Helmond, dochter van Willem Zyberts en Maria Donckers, dochter alsvoren; mr. Melchior Zyberts, raad-ordinaris in Z. Kathol. Majesteits Souvereinen Raad van Brabant te Brussel; Johanna Maria Zyberts, echtgenoote van Jor Johan Carlo de Biesthoven; mr. Willem van Straelen en zijn broeder mr. Pieter van Straelen, advocaat voor den voormelden Souvereinen Raad van Brabant, zonen van mr. Adrianus en Maria Agnes Zyberts voornoemd 8); Baldewinus van Santvoort, zoon van mr. Gerard Baldewinuszn van Santvoort, administrateur van de Baronie van Boxtel en Helena Zyberts, en zijne minderjarige broeders en zusters Adriana Maria, Catharina, Henrick en Gerard; deze allen ook voor een vierde; zij verkochten 9 April 1712 (Reg. n° 529 f. 327) dit huis, dat alsnu omschreven werd: als huis met tuin en achterhuis, met een poortje over het water op de Uilenburg uitkomende en met eene kamer bezijden aanliggende, aan Noël Clement de Grand Champs, lakenkooper te den Bosch; daar hij uit de provincie Luik afkomstig was, zal hij het geweest zijn, die aan dit huis den naam van: Het wapen van Luik gaf. Zijne vrouw was, als reeds gezegd, Marguerithe Josselet, die vóór dat zij met hem huwde weduwe was van Godefroy d' Erkenne en van wien zij had: Marie Françoise Joseph en Anne Marguerithe d' Erkenne, nonnen in het klooster der Penitentes Recollectines | 242 |
te Hoei; van haren genoemden tweeden man had zij eene dochter Catharine de Jesus de Grand Champs, chanoinesse reguliere du St. Sepulchre te Luik. Marguerithe Josselet stierf als weduwe van haren tweeden man in dit huis; na haren dood werd in 1744 eene boedelbeschrijving opgemaakt van hetgeen zich daarin bevond en in dien inventaris komt daarover het volgende voor: de kledingen van een altaar tot het bedienen van de Roomse Misse, nevens het missaal in een swart jagryne band met silver beslag, zijnde het geheele ornament voor den altaar, alles proper en mooy. De ontzegelinge van de kamer nevens de hamer boven het voorhuys gedaan zijnde, hebben wy daarin bevonden een opgeschikte altaar met syne schilderyen. Men kan hieruit gerustelijk opmaken, dat het Katholieke bedehuis in de Postelstraat, waarover Schutjes t.a.p. handelde, eerst in dit huis is geweest.
Hubert de Grand Champs, koopman te Luik, als erfgenaam van Noel Clement de Grand Champs en diens echtgenoote Marguerithe Josselet, verkocht 28 Maart 1749 aan Jacob Elet, burger van en koopman te den Bosch, dit huis, dat alsnu omschreven werd als: een huysinge, voorsien van veele logeable camers met een pakhuys daarnaast, hoff en agterhuysinge, met een poort over 't water op den Uylenborg uytkomende, met een huysje off kamer dien bezyden, staande in de Postelstraat, ex uno de Roomse Kerk, ex alio mr. Jacob Laurens Chatvelt, secretaris van den Bosch. Den 9 Januari 1758 verkocht genoemde Elet dit huis aan Abraham van Velsen, koopman te den Bosch, die het 8 November 1768 weder verkocht aan Francis Vermeulen, koopman aldaar. Laatstgenoemde was 1 Januari 1727 te Dommelen geboren uit het huwelijk van Dirk Vermeulen met Anna Coppens en 6 Januari 1760 te Leende gehuwd met Maria Sophia Vermeulen. Hij deed dit huis geheel verbouwen; na zijnen dood werd het van hem geëfd door zijn dochter Anna Petronella Vermeulen, die 11 Juli 1779 op het aan hare aanstaande schoonouders toebehoorend landgoed de Wamberg onder Berlicum trouwde met den hiervoren reeds genoemden Thomas
| 243 |
Cornelis van Ryckevorsel 9); deze werd door dat huwelijk de stamvader van alle thans nog in leven zijnde R.K. van Ryckevorsels's. In het laatst der 19e eeuw was dit huis het eigendom der Noordbrabantsche Bank, die door haar faillissement tal van slachtoffers maakte, zoowel te den Bosch als in de omstreken van die stad. Thans behoort het toe aan Theodore van Gulick, koopman te den Bosch en heer van het goed Henkeshage onder St. Oedenrode. Zijn geslacht is met die van Sopers, Scheffers en des Mense het eenige, dat gedurende het laatste drietal eeuwen tot nu toe onafgebroken te den Bosch is gevestigd gebleven. Het heeft tot stamvader Joris Goijartszoon van Gulick 10), die in 1599 kocht het aan Oude Dieze te den Bosch gestaan hebbend huis de Witte Laars 11) en behalve eenen zoon Peter, over wien in Dl. II, eenen zoon Willem Joriszoon van Gulick had, die koopman te den Bosch was en driemaal huwde, n.l. 1° met Henrica de Leeuw, dochter van Jan Hendrikszn en Maria Capermans, welke hem deze kinderen schonk: a. Joris van Gulick, van wien genoemde Theodore van Gulick in rechte lijn afstamt; b. Maria van Gulick, die huwde met Johan Becx en c. Anna van Gulick, die ongehuwd bleef; 2° met Aeltje, dochter van den bakker Jan van Oeffel, en weduwe van Jan Claeszn van Berckel; 3° met Johanna Andriesdochter van Ravestein 12), die hem schonk: d. Johanna van Gulick, in 1704 woonachtig
| 244 |
te den Bosch en e. Mathias van Gulick, toen woonachtig te Kromme Mijdrecht. Genoemde Willem Joriszoon van Gulick kocht 10 November 1632 van Jan van Herwaerden een huis in de Verwerstraat te den Bosch, dat in 1693 (Reg. n° 480 f. 388) gezegd werd te staan tusschen dat van Juffr. van Zonst en dat der erfgenamen Jan Scheffers, en 29 November 1641 van Jenneken, dochter van Peter Wouterszn van de Venne en weduwe van Jan Janszn van Oeffel een huis, dat ook in gezegde straat stond bijna tegenover het huis genaamd het Zevengester en in 1704 geheeten werd de stad Munster. (Reg. n° 516 f. 280 vso).
| 245 |
Noten | |
1. | Zij was, zooals op blz. 234 reeds zagen, eene van Ranst. |
2. | Zijn familienaam was van Orthen. |
3. | Men zie over hem Reg. n° 221 f. 84, alwaar hij genoemd wordt Dirck Aertszn junior. |
4. | Hij was gehuwd met Judith, dochter van Jan Elmpt Martinuszn, van wie hij in 1570 reeds weduwnaar was; de voogden over hunne onmondige kinderen voor de eene helft en die over de onmondige kinderen van wijlen Nycolaus van Elmpt Janszn en Elsbene voor de andere helft verkochten toen (Reg. n° 219 f. 247) een steenen huis met leien gedekt en een bouwhuis daaraan annex, staande te Schijndel ter plaatse genaamd Lieshout, aan Gielis, zoon van wijlen Jan Pennincx. |
5. | Dezen waren: Dirck, zoon van wijlen Dirck Aerdszn; Dirck, zoon van Aerd Dirckszn en Dirck van den Berge. |
6. | Over zijne familie, waarover men ook zie Taxandria XV blz 183 en VI blz. 196, blijkt uit de Bossche Schepenregisters het volgende: Gielis Donckersse had een zoon Nycolaus Donckers, die in 1545 een huis in de Kolperstraat te den Bosch kocht; deze laatste had deze zonen: a. Gijsbert Donckers, die in 1563 leefde en huwde met Aleid N., die bij haar een zoon Nicolaas verwekte; b. Laureyns Donckers, die van Oda, dochter van Jacob Gast Willemszn, deze kinderen had: 1° Nicolaas, die in 1611 wollenlakenkooper was en huwde met Heylwich Boyen Philipsdr, bij wie hij verwekte eenen zoon Philips, die in 1649 reeds was overleden met achterlating van deze kinderen: Dirck, Johan en Goijart, welke toen nog minderjarig waren (Reg. n° 429 f. 460); 2° Antonius. Zijne kinderen waren: Lucretia, die huwde met 1° Adriaan Herincx; 2° Johan van der Horst; Arnout; Johan; en Odilia, huisvrouw van Jan van Woensel (Reg. n° 388 f. 85); 3° Jacomina; 4° Maria, die huwde met Dirck Christiaanszn; 5° Willem, in 1595 buitenslands vertoefde en 6° Gertruid Donckers; c. Antonius Donckers, verkoopt in 1565 een huis in de Vughterstraat te den Bosch; d. Jan Donckers, die in 1565 een huis in die straat kocht en van zijne vrouw Mariken, dochter van Lodewijk van Duren, deze kinderen had: a. Nicolaes Donckers, wollenlakenkooper te en raad van den Bosch, stierf kinderloos, kocht in 1594 een huis in de Vuchterstraat te den Bosch. b. Lowies Donckers, koopman te den Bosch, kocht in 1601 voor Schepenen van den Bosch (Reg. n° 266 f. 130) van de kinderen van Franchoys Pynappel en Engelken, dochter van Jan van 't Gasthuys: een schoon, omgraven steenen leyen huys met boomgaerden, staande te St. Michielsgestel ter plaatse genaamd den Horrick; Goyart Pynappel Marceliszn vernaderde het echter. Van Maria van Griensven en zijne tweede vrouw Anneken, dochter van Albert Janszn Ketelaers had hij deze kinderen: 1° Guiliam; 2° Johanna, huwde met Marcelis de Wijk; 3° Emerentiana, huwde met Johan van Loon; 4° Helena, huwde met Joris Houbraken en 5° Maria Donckers, huwde met Peter Liebrechts (Reg. n° 388 f. 75); c. Melchior Donckers, bierbrouwer in het Zwart Anker op den Vughterdijk te den Bosch, huwde Heylwich van den Graeve, dochter van Goijard Gerardszn en Maria van Sambeeck Goijarsdr; hunne kinderen waren: 1° Nicolaas, koopman en houder eener verwerij te Breda, die huwde a. Adriana van Tilborch; b. Mechteld vander Plas; uit beide huwelijken waren kinderen; 2° Joan Baptist, die huwde Adriana van Horenbeeck, uit welk huwelijk o.a. Melchior Donckers, die trouwde met Margaretha van Zutphen; 3° Maria die huwde met: a. mr. Gerard van den Broeck, advocaat te Breda (uit welk huwelijk: Maria van den Broeck, de huisvrouw van mr. Jacob Oortjens en Peter vanden Broeck); b. mr. Peter van Hegelsom, president-schepen van Breda; 4° mr. Elias, stierf kinderloos te den Bosch 16 Augustus 1673; 5° Helena, huwde met Mathias van Boeckholt; 6° Catharina, huwde met: a. Henrick Herincx; b. Johan Gomes, koopman te Antwerpen (Reg. n° 384 f. 633); d. Balthazar Donckers, lakenkooper te den Bosch, huwde Gatharina, dochter van Jan Everardszn van Ravensteyn en weduwe van Peter Willemszn van Heeswijk; e. Jacomina Donckers, huwde met Cornelis Gieliszn van Gierle; hunne dochter Jenneken huwde met Jan van de Gracht (Reg. n° 388 f 75); f. Helena Donckers, huwde met Nicolaas Vereist. |
7. | Men zie over hem Taxandria XIV p. 269. |
8. | Men zie over hen Taxandria XIV p. 269 en en 270. |
9. | Het landgoed de Wamberg erfde hij met zijnen broeder Augustinus Tilmanus, reeds vroeger genoemd; zijne helft daarin verkocht hij in 1813 aan Jacoba Catharina, dochter van zijnen voornoemden broeder, die de wederhelft daarvan van dezen geërfd had en gehuwd was met Franciscus van Lanschot. |
10. | Blijkens Schepenregister van den Bosch n° 216 f. 97 verkocht in 1567 Bartel, zoon van Jan Janszn van Gulick en Jenneken, de dochter van Peter Hoefnagel, eene grondrente, die ging uit een huis, dat bij de toenmalige kerk van Orthen stond. |
11. | Op het erf daarvan staat thans het huis genummerd Oude Dieze 11. |
12. | Zij bezat in 1668, toen zij reeds weduwe van hem was, een huis aan de zuidzijde van de Verwerstraat, staande naast dat der Wed. Johan Pelgrom de Bye (Reg. n° 468 f. 412). Haar man had in 1650 (Reg. n° 430 f. 434) 1/3 daarin gekocht van Goyard Nieuwenhuysen, den echtgenoot van Geraertgen, dochter van Gerard van Oeffel. |
? |
RedactieMoment voor monument : Het wapen van LuikBrabants Dagblad 206e jaargang no 28 |
|
2000 |
Juliette RodingVan beschilderde balk tot bloementjesbehang : Het onderzoek naar het Bossche interieur van Middeleeuwen tot hedenDe onderste steen boven (Utrecht - 's-Hertogenbosch 2000) 160-166 |
|
2017 |
Maarten EndermanWaar zijn we mee bezig : Typisch Bossche spreidsellatjesPlus Ultra 20 (2017) 18 |
|
2017 |
Maarten EndermanBouwhistorie : Bossche spreidsellatjesBossche Kringen 4 (2017) 26-28 |
2016 |
Maarten EndermanBouwhistorische notitie : Postelstraat 44
Gemeente 's-Hertogenbosch, februari 2016
|
2015 |
Dendrochronologisch onderzoekdatum sampler: 19 november 2015concept versie: 11 mei 2015 Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie (BAAC)
|
1865 | G.J. van Rijckevorsel (grondeigenaar) |
1875 | jonkvr. wed. Halfwassenaar van Onsenoort (partikul.) |
1881 | mr. P.C. 't Hooft (advocaat-procureur) |
1908 | Th.R.C.A.M. van Gulick (koopman) |
1910 | Th.R.C.A.M. van Gulick (koopman) |
1928 | J.H. Blömer - F.J.M.D. Cooijmans - mej. M. van Doorn - mej. J.A. Keur - J.J.M. Richter - mej. H.W.B. Sanders - mej. J.M.C. Sengers - mej. M.J.W. Sengers - mej. M.J. Theunissen - mej. W.G.P. Theunissen - Vroom en Dreesman |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 79